Vooroordelen over allochtonen blijven groeien

Door: Rajiv Girwar

Is het toeval dat rapper Typhoon wordt aangehouden, omdat hij niet voldoet aan het profiel van iemand in een dure auto? Ik denk het niet. Sterker nog, ik denk dat het alleen maar erger wordt.

Mijn ervaring met vooroordelen begon op mijn 19e toen ik werkte voor het radiostation FunX waar ik een talkshow presenteerde. In mijn vooronderzoek had ik 100 gekleurde CV’s opgesteld samen met 100 soortgelijke CV’s met een Nederlandse naam. De CV’s werden verzonden naar een aantal multinationals in Nederland. De inhoud kwam overeen, alleen de opmaak en de naam waren anders. Van de 100 ‘witte’ CV’s mochten er 73 op gesprek komen en van de 100 ‘kleurrijke’ CV’s mochten er 5 op gesprek. Maar 5! En zo kan ik genoeg voorbeelden opnoemen van vooroordelen/discriminatie in mijn omgeving.

Bij de KNVB hield ik me een aantal jaar bezig met het imago van amateurvoetbal. Veiligheid en sportiviteit stonden voorop. Maar in grote steden zoals Den Haag en Rotterdam speelt het thema ‘vooroordelen’ een belangrijke rol. Na intensieve sessies met diverse clubs, wit en kleurrijk, kon er maar 1 conclusie getrokken worden. De reden voor de vele vechtpartijen en ontevredenheid vanuit beide kanten was vanwege de vooroordelen die er zijn. Zo stond ik een keer langs de kant bij Esdo en kwam er een witte club op bezoek. De wedstrijd begon al met het feit dat een scheidsrechter weigerde te fluiten bij Esdo. En eenmaal langs de kant hoorde ik kreten voorbij komen, zoals “kankeraap” en “stink Marokkaan”. De scheidsrechter die ingeroosterd stond, durfde niet te komen, omdat de scheidsrechter slechte ervaringen had met kleurrijke clubs. Eerlijk is eerlijk. Als je kijkt naar cijfers uit het verleden, dan kennen de kleurrijke clubs negatieve cijfers. Maar als je kijkt naar hoe dit enorm is gedaald de laatste jaren, omdat de clubs dit intern aangepakt hebben, dan is er tegenwoordig steeds minder aan de hand. Toch blijft er een negatief imago hangen en is het nogal moeilijk om dit negatieve imago te bestrijden. Kijk maar naar figuren zoals Johan Derksen die hun meningen baseren op feiten van jaren geleden. Inmiddels ziet de kleurrijke wereld er echt wel beter uit dan een aantal jaar geleden.

Een ander voorbeeld is de reden waarom Atana bestaat. Atana leidt toekomstige bestuurders op, bestuurders vaak met een gekleurde achtergrond. En dan voornamelijk bestuurders in de culturele wereld. Via deze weg en mijn werkzaamheden destijds in Den Haag kwam ik erachter dat bewust witte vrienden van de Lions Club, Rotary of Sociëteit de Witte op topfuncties werden geplaatst. En niet onze gekleurde vrienden met dezelfde en misschien wel betere kwaliteiten.

Een organisatie die het perfecte voorbeeld geeft, is wat mij betreft Google. Met veel plezier heb ik met deze kleurrijke organisatie samengewerkt die laat zien dat diversiteit aantoonbare successen boekt. En alle onderzoeken bevestigen dit. Hoe diverser (demografisch, geografisch en psychografisch) een organisatie, des te succesvoller de resultaten zijn. Het duurt denk ik gewoon even voordat diversiteit een must wordt en 100% wordt geaccepteerd. Wat is hiervoor nodig? Ik denk gewoon doorgaan met goede voorbeelden blijven geven en figuren zoals Aboutaleb en Humberto Tan een platform blijven geven. En vooral vanuit een positieve insteek. Bij de KNVB hadden we met een aantal clubs afgesproken de gastvrijheid centraal te stellen. Onder het genot van een wereldkeuken leerden alle spelers uit een competitie elkaar kunnen nog voordat de competitie begon. Gevolg; 75% minder excessen in die poule vergeleken met het jaar daarop. Kortom, weten wie een ander is en openstaan voor verbinding bestrijden vooroordelen. De vraag is alleen; hoe krijgen we dit voor elkaar op een grotere schaal? Hoe verbinden we in Den Haag de mensen van het zand met de mensen van het veen? Hoe krijgen we de dorpen en de grote steden dichter bij elkaar? Hoe krijgen we Zuid Nederland van hun voordelen af? Een gebied dat massaal stemt op de PVV zonder ooit een Marokkaan goed gesproken te hebben. Hoe gaan we om met vooroordelen? Allemaal vragen waar we blijkbaar geen antwoord op hebben.

Vaak heb ik wel het gevoel dat we op de verkeerde plekken zoeken. We geven allemaal de politie de schuld van de vooroordelen over bijvoorbeeld donkere rappers in dure auto’s. Ik denk dat we het bij de kern moeten aanpakken. De burgermeester is verantwoordelijk voor de veiligheid in een gemeente. Als een burgermeester nou eens ballen durft te tonen en verandering doorvoert, dan hebben we een begin gemaakt. Een paar poppetjes vervangen heeft geen zin. Als er wat gevonden wordt van vooroordelen bij de gemeentes en ministeries, dan moet men maar eens verandering aanbrengen binnen de organisaties zelf. De topposities binnen deze organisaties kennen nog veel te weinig diversiteit. Hier begint het. En niet, met alle respect, bij de lagen die voornamelijk op uitvoering zitten.

Het begint bij de onzichtbare organisaties zoals de Hindoeraad en het Surinaams Inspraakorgaan. (SIO) die gesprekspartners zijn van de overheid en nalaten hun mond open te trekken.

Het begint bij helden zoals Tan die ruimte geven aan het bespreekbaar maken van vooroordelen.

En Google, Facebook en LinkedIn die voorop lopen en stilletjes laten zien hoe het moet.

Maar wanneer gaan we dan verandering zien? Ga ik dit nog meemaken? Ik ben bang dat verandering ook te laat zal zijn voor mijn dochter, maar ik heb hoop.



X